U hebt ze vast wel eens gezien: de kentekenplaten met een kleine 1 of 2 boven het eerste streepje op de plaat. Dit is de duplicaatcode. Op nieuwe kentekenplaten zet de kentekenfabrikant een duplicaatcode. (behalve de eerste keer, dus de 0) Bij het aanvragen van een tweede afgifte, dus na vermissing of diefstal van de eerst afgegeven kentekenplaten krijgt u dus een kleine 1 (1e duplicaat) boven het eerste streepje! Dit kan dus ook een twee of drie zijn bij derde of vierde afgifte!

Uiteraard blijft het kentekennummer gelijk, deze wijzigt alleen als u zowel uw kentekenplaat als uw kentekenbewijs kwijt bent, u heeft dan tijdelijke kentekenplaten nodig terwijl er een nieuw kenteken wordt aangevraagd!

1. Blauw symbool met het NL-teken geïntegreerd

2. Unieke code

3. Duplicaatcode, alleen na vermissing of diefstal van kentekenplaten of kentekenbewijs

4. Cijfer- en lettercombinatie

5. Kenmerk van de kentekenplaatfabrikant

6. Zwart kader

7. Datum fabricage van de kentekenplaten (weeknummer en laatste 2 cijfers jaartal)
 

De RDW werkt sinds het jaar 2000 met een veiligheidssysteem: De GAIK: de Gecontroleerde Afgifte en Inname van Kentekenplaten. Dit wordt gedaan om fraude tegen te gaan. Op de kentekenplaten staan unieke codes en echtheidskenmerken zodat fraude en namaak wordt bemoeilijkt. Alle kentekenplatenfabrikanten hebben een registratieplicht en RDW erkenning. Bijvoorbeeld bij afgifte van nieuwe kentekenplaten registreert de fabrikant dat de oude zijn vermist. 

Wetgeving

 De wet schrijft een aantal regels voor betreffende het uiterlijk, hoeveelheid en zichtbaarheid van de kentekenplaten. Afmetingkentekenplaten bij voertuigen is 52 bij 11 cmHet EU-symbool met daarop het NL-teken moet opgenomen zijn in de folie. Platen moeten volledig zichtbaar zijn en niet bedekt met bijvoorbeeld een trekhaak! Sinds 1994 is het ook verboden om stickers te plakken op kentekenplaten omdat volgens de regelgeving geen wijzigingen mogen worden aangebracht aan of op de kentekenplaat!